In het kort: Je gaat het cultuurbeleid van papier naar praktijk brengen door taken en rollen vast te stellen, beleidsregels op te stellen, cultuurparticipatie te monitoren en regionale cultuurpacten te borgen, terwijl je interne kwesties adresseert.

Een tijdelijke opgave in de overbrugging tussen vaststelling beleid en beleidsuitvoeringspraktijk vanaf 1 januari 2026. De functie betreft zowel beleidsuitvoeringspraktijk als beleidsvorming en heeft daarom een 2 ledig karakter van beleidsuitvoering en beleidsvorming.

Aanleiding
Cultuurbeleid is vastgesteld met een aantal opdrachten en kaders. De taak wordt nu om het beleid “van het papier af” te krijgen. Dus een uitvoeringspraktijk in te richten. In het beleid zijn een aantal taakvelden en functies opgenomen op het gebied van cultuureducatie, cultuurparticipatie, taalontwikkeling, kerngericht werken en een stevige verbinding met overige domeinen (SD, R&T en Erfgoed) alsmede deelname aan de regionale cultuurpacten. Die taakvelden moeten vertaald worden in opdrachten en uitvoerenden waarvan de kern wordt gevormd door een beleidsadviseur, een cultuurcoach tbv educatie en talentontwikkeling, een kernverbinder cultuur en een combinatiefunctionaris.

Wat gaan we doen?
Dit betekent dat voor een start per 1 januari 2026 de volgende resultaten gerealiseerd moeten zijn:
- Taken en rollen tbv cultuurbeleid en – beleidsuitvoering zijn vastgesteld en belegd.
- Het opdrachtgever- en opdrachtnemerschap is duidelijk en vastgelegd voor cultuureducatie, kerngericht werken, de opgave in het sociaal domein (de combinatiefunctie) en het beleidswerk. Partijen hierin zijn; Gemeentelijke organisatie, Scholen, Cultuur Oost, Buren Beweegt, Zinder en overige culturele partijen alsmede het team kernverbinders en lokale culturele organisaties.
- De beleidsregels en uitvoeringspraktijk rondom de subsidiemiddelen zijn vastgelegd. De beleidsregels moeten worden opgesteld binnen de in het beleid beschreven doelen en kaders. Deze moeten zijn vastgesteld door het college en gepubliceerd. Alsmede moeten relevante partijen op de hoogte zijn en uitgenodigd om met goede ideeën vanaf 2026 te komen. Niet onbelangrijk is ook bepaald hoe en welk gremium het college adviseert in de beoordeling en toekenning van de gelden.
- De monitoring van de cultuurdeelname – een zwaarwegend element voor de raad – is geborgd. Om dit te borgen moet bekend zijn hoe en wat gemeten moet worden en door wie. Het is belangrijk om dit in een zo vroeg mogelijk stadium vast te stellen omdat daarmee een toegezegde 0-meting gerealiseerd kan worden en het effect van het beleid over meerdere jaren gemonitord kan worden. Een achterliggende gedachte is dat al bij de allereerste toekenning van subsidiegelden de opgave tbv monitoring is verwerkt in een verantwoordingsopgave.
- Borging van de uitvoeringspraktijk van de regionale cultuurpacten en kennis van het netwerk. De nieuwe regionale cultuurpacten gaan na de zomervakantie in de uitvoering van start en is het belangrijk om de lokale belangen daarin goed te borgen. Het is bovendien zeer belangrijk om de opgebouwde kennis van het regionale netwerk met actieve deelname te behouden ten behoeve van effectief uitvoeringspraktijk van het nieuwe cultuurbeleid. Het gaat immers om substantiële bedragen en belangen.
- Lopende interne kwesties worden geadresseerd. De omvang van deze laatste taak zal niet omvangrijk zijn, gezien het feit dat er geen geschiedenis op is. Wel zijn er steeds interne zaken op het gebied van cultuur die al lopen, zoals kleine subsidies, erfgoedkwesties en grensvlakken met recreatie en toerisme, waarvoor steeds input vanuit het cultuurbeleid gewenst is.